India, the land of all possibilities!
Door: Charlotte
Blijf op de hoogte en volg Charlotte
11 Januari 2011 | India, Delhi
Wegens een overvloed aan avonturen is dit een excessief lang resiverslag geworden (terwijl ik als nog 90% heb weggelaten). Lezen is op eigen risico.
Foto's:
http://www.flickr.com/photos/52552342@N03/sets/72157625753230886/
http://www.flickr.com/photos/52552342@N03/sets/72157625696730758/
http://www.flickr.com/photos/58052965@N08/sets/72157625643714329/
http://www.facebook.com/home.php#!/album.php?fbid=10150109917711103&id=744081102&aid=306439
http://www.facebook.com/album.php?aid=306428&id=744081102
http://www.facebook.com/album.php?aid=306432&id=744081102
Waar te beginnen om afgelopen fantastische weken te beschrijven waarin ik kopje onder in dit waanzinnige India ben gedoken. Uit mijn dagboek kan ik niet veel hulp putten want behalve wat haastig opgekrabbelde sleutelwoorden is het allemaal veel te leuk om stil te zitten en dingen op te schrijven. Bovendien is het ingewikkeld schrijven als je kopje onder in India bent gedoken. Maar nu heb ik even de tijd, ik ben met Violet alleen in Agra en naast 17 uur non-stop slaap en de ondanks zijn eigen clich? toch stralende betoverende Taj Mahal, heb ik nu de tijd om het geluk te beschrijven van afgelopen weken.
Lichtelijk gedesorienteerd van twee weken vol Chinezen kwam ik aan in een donker en mistig Delhi wat contrasteerde met het warme welkom, de bloemen, dekens en twee grijzende gezichten van Rahul en Shiv die mij een trots “Welcome in India” wensen. Die avond krijg ik alvast een voorproefje van een fenomeen waar ik komende weken non-stop mee geconfronteerd wordt. De oma van Shiv sepeelt het klaar om mij om twee uur ‘s nachts (als we verbazingwekkend genoeg eindelijk levend zijn aangekomen ondanks het waanzinnige verkeer in Delhi) helemaal vol te stoppen met huisgemaakte chappati’s, dahl en curry’s tot ik van vermoeidheid bijna in slap val aan tafel, vol van veiligheid en warmheid in dit gekke land met een van mijn beste vrienden hier.
De volgende dag breng ik door in een permanent cultuurshock. Een totaal onverwachte cultuurshock want ik beschouwde mezelf als een redelijk ervaren reiziger, immers al een keer in India geweest en afgelopen half jaar doorgebracht in Azie, gewend aan vreemde culturen en heftige omgevingen. Maar India is weer een heel nieuwe wereld waar AirAsia mij naartoe heeft gevlogen. Het enorme overschot aan mensen, van superarm tot superrijk, de honderden kleine winkeltjes vol onduidelijke chipszakjes en pepsiflesjes waar de roest vanaf druipt, de soms superstrakke wegen en dan ineens weer meer kuilen en hobbels dan asphalt, de blikken, o die blikken, die me overal zullen achtervolgen, de kleuren, de geluiden, de watervlugge aapjes en de koeien die als volledig zelfstandige bewoners van de stad overal doorheen banjeren en de enorme chaos die die van mijn kamer tijdens een tentamenweek gemakkelijk overtreft. De chaos waarin ik geen structuur kan ontdekken, maar waarin alles mogelijk lijkt te zijn. De heerlijke overvloed aan eten waarbij zelfs de simpelste wegrestaurantjes met gemak toprestaurants in Nederland verslaan, in geur, kleur, textuur, smaak, variatie en aanbod, zelfs in acht genomen dat de helft van de menukaart in Indiase restaurants permanent niet beschikbaar is.
Samen met Shiv (met wie een mens zich geen seconde hoeft te vervelen) breng ik drie dagen door met zijn familie in Ambala, een typisch Indiaas dorp, waar het naar Shivs zeggen “maar een dooie boel is” terwijl het naar mijn idee het meest drukke, gezellige, volle, schreeuwerige universumpje op zich is. Ik ben heel benieuwd naar zijn reactive als ik hem een echt Nederlands dorp laat zien zonder verkeersopstoppingen door koeien, toeterende vrachtwagens en rickshaws die zich als ware acrobaten door onwaarschijnlijk nauwe straatjes langs elkaar heen manoevreren en honderden karretjes vol vers fruit, groenten, noten en kruiden. Ik geniet van me weer in een familie bewegen, met ouders en grootouders die vol liefde mij volstoppen met goddelijk eten en constant meer sjaals en dekens om mij heen wikkelen in een huis dat zo groot is dat de familieleden elkaar in huis met hun mobieltje bellen. Ik moet erg wennen aan de twee huishulpen die op een bepaalde manier deel van de familie zijn, maar ook weer helemaal niet en de enorme statusverschillen waar ik als Nederlander gewoon niet aan ben gewend.
Overdag, als Shiv me meeneemt in de omgeving, zeg ik niet een tiende van de woordenvloed die ik normaal onophoudelijk op hem bombardeer, maar nemen mijn ogen, neus en oren alle prioriteit over, vol van nieuwe indrukken die spannender en leuker zijn dan alles wat ik tot nu toe heb meengemaakt. ‘s Avonds kijken we films of maken we muziek en onderwerpt Shiv’s grootvader mij aan een heel scala van Indiase raadsels over nijlpaarden en krokodillen waarvan ik de meeste gelukkig wel kan oplossen. In de auto terug van een bezoekje naar Chandigarh, de enige ‘geplande’ stad van India door Le Corbusier (waardoor ik een soort Singapore verwachtte maar het bleek gelukkig gewoon gezellige Indiaas, met slechts een heel lichte zweem van orde) kon ik het niet laten om vol vuur mee te doen in de heftige discussies van de familie Tandan, waar iedereen eigenwijs in de volle overtuiging leeft van zijn/haar gelijk. Verder een hoop leuke avonturen beleefd waar een bezoek aan een Indiase dokter vanwege heftige oorpijn wel het hoogtepunt was. De dokter was via-via een kennis van Shiv’s familie (alles gaat hier via connecties, oftewel ‘jugar’, een begrip dat we nog vaak zullen tegenkomen). Het was heel grappig om de persoonlijkheid te zien waar hier alles werkt in een samenleving die draait op kenissen en familiebanden omdat er niet te vertrouwen is op het corrupte system van de regering. Heel India is echt doordrenkt van corruptie, en de enige manier om te overleven in dat systeem is via contacten, wat op een bepaalde manier de corruptie ook weer erg stimuleert. Soms heb ik het gevoel dat corruptie het enige is wat dit land met zijn ontploffende, jonge, energieke populatie (1.4 miljard mensen!) nog tegenhoudt om een waanzinnige boom te maken. Maar de generatie die nu volwassen wordt is een bijzondere, en zeker na alle boeken die ik afgelopen half jaar heb gelezen heb ik meer vertrouwen in levendig India dan in het stomgeslagen China waarde boze macht van boven mensen in mandarijnenschilfabrieken op vaste tijden verplichte stretchoefeningen laat doen.
Vanuit Ambala zet ik in een levensgevaarlijke taxi (zonder veiligheidsriemen! Die hebben ze hier soms gewoon niet!) met Shiv en twee vrienden, Rohan en Sahil, koers naar Delhi, waar we naar Goa zullen vliegen en we lieve Nederlandse Violet met haar dansende krullen, blozende wangen en al haar heerlijke vertrouwdheid zullen oppikken. De hele autorit was ik zo opgewonden dat ik bijna tegen het dak van de auto stuiter, maar als de autorit toch zes uur blijkt te duren in plaats van de verwachte twee uur (in India is tijd net zo flexible als verkeersregels) viel ik na twee uur totale opwinding in slaap, waardoor Shiv’s vrienden ook even de tijd hadden om bij te komen van de schok van zo’n druk Nederlands meisje. Het moment dat ik eindelijk het vliegveld van Delhi binnenstapte en ik daar een oververmoeide Violet op haar backpack zag zitten is onvergetelijk. Dat mijn schrille “Violeeeeeeeeeeeeeeeeeet!” op toonhoogte van mijn nies de plaatstelijke bewaking deed opschrikken vergeten we maar even, want het was echt zo heerlijk om zoiets vertrouwds als Violet te kunnen knuffelen. ‘Dit gaat het begin worden van een fantastische reis’ vertelde de adrenaline die door mijn lichaam suiterde. En dat bleek ook zo te zijn.
Na een wat schuchter begin waarin Shiv’s vrienden mij en Violet beter leerden kennen, geholpen door ijsbrekende dropjes die ze waanzinnig vies vonden, een hoop grapjes en samen opeengepakt zitten in veels te kleine taxi’s, was het al heel gauw alsof we elkaar al jaren kenden. De vanzelfsprekendheid waar we als twee Nederlandse meisjes en drie Indiase jongens met elkaar omgingen stond in grappig contrast met de verbijsterde blikken van Indische en Westerse toeristen, die zonder success de relatie tusen ons vijfen probeerden uit te vogelen. Na de zoveelste keer het ingewikkelde verhaal in Hindi te hebben uitgelegd, ging Shiv maar over naar de versie dat ze Violet en mij hadden gekidnapt, wat de nieuwsgierige vragen gauw stopte.
In hippieparadijs Goa laten Violet en ik ons heerlijke op sleeptouw nemen door Rohan, Sahil en Shiv die vol handige connecties en afdingtrucjes zich als een vis in het water in hun eigen land op vakantie begeven (hierbij dient trouwens opgemerkt te worden dat India veel en veel, geloof het of niet, diverser is dan Europa in taal, cultuur, eten en gebruiken. Een Amsterdammer heeft meer gemeen met een Franse wijnboer dan de gemiddelde Delhibewoner met een Zuid-Indiase visser. In India op vakantie gaan is voor een Indiers dus ook een stuk interessanter dan een weekendje Gelderland voor de doorsnee Nederlander, nog afgezien van het feit of er uberhaupts iets opwindends is aan Gelderland, maar dat is weer een andere discussie).
In Goa lijkt de tijd stil te staan en vliegt hij tegelijkertijd voorbij, maar dat geeft niet want elk moment is zo geweldig dat ik het wel kan opdrinken. Een gitaar en twee trommels vergezellen ons en ik leer een hoop Indiase liedjes die als geweldige ijsbreker werken met elke Indier die we ontmoeten. We klimmen over rotsen, waarbij Rohan en Sahil diverse hartaanvallen krijgen van Violet de bioloog die elk beest en schelpt met onvermoeibare interesse oppakt. Urenalng brengen we op een trampoline door, spelend met kinderen van over de hele wereld. Kinderen, die in Singapore allemaal versopt worden onder het strenge regime van bijles, bijles en nog maar bijles. Terwijl de zon belachelijk perfect in de zee zakt en zachte stralen werpt op de gezichten van mijn vrienden van dit gekke bijzondere reisgezelschap, waarbij iedereen zonder uitzondering heerlijk zichzelf is en we dierbare en nutteloze gedachten tot diep in de nacht met elkar te delen. Ik vind het heel fijn om Violet bij me te hebben met wie ik mijn Nederlandsheid kan delen en samen blijven we ons verbazen hoe fundamenteel anders, geweldig en verrassend India is.
Vanuit Goa nemen we een taxi naar Bombay (excuses, Mumbai bedoel ik natuurlijk), de mooiste autoroute van de wereld. Dat blijkt inderdaad waar te zijn als we tijdens een oponthoud door een steenlawine kunnen genieten van geweldige uitzichten, onder het genot van de laatste Indiase bollywoodhits die asynchroon uit de speakers van diverse auto’s klinken. Wat een rijkdom heeft dit land.
En wat een armoede trouwens ook, beseffen Violet en ik tegelijkertijd, als we de pijn in ons hart voelen van de aanblik van de zoveelste sloppenwijk in Mumbai, slechts 50 meter van de duurste wijk in Mumbai waar de familie Ambani een huis heeft met zeven bioscoopzalen en zes helicopters. Dit verandert genoeg diezelfde middag nog, als de maid van de tante van Shiv (waar we verblijven) ons uitnodigt voor lunch in haar sloppenwijk. Daar heb ik echt de leukste uren van de hele vakantie meegemaakt. De sloppenweijk was precies zoals ik mij een sloppenwijk had voorgesteld, zonder waterleiding en met superkleine huisjes waar een onvoorstelbare hoeveelheid mensen een matras deelt, als er tenminste uberhaupt een matras is. De sloppenwijk is aan de andere kant ook totaal anders dan ik mij had voorgesteld: de huizen hebben prachtige kleuren die het alleen onderdoen voor de kleurrijke kleding van de mensen die schoon en fris met oprichte nieuwsgierigheid Violet en mij observeren terwijl de gehele sloppenwijk zich in het huisje van 6m2 probeert te proppen om die gekke vreemdelingen te zien met zo’n oprechtheid dat ik niks anders kan doen dan schaterlachen. Ik voelde me echt op zo’n bijzondere manier op mijn gemak terwijl we dansten en muziek zongen en trommelden op de houten ondergrond van het bed. Wat een levendigheid en wat een contrast met mijn stereotype beeld. Voordat je de levendigheid van een Indier klein krijgt is er wel wat meer nodig dan armoede.
In Mumbai verblijven we bij Shiv’s tante in een gezellig klein huis van waaruit ze taarten exporteert naar bedrijven, restaurants en vooral ook naar onze buiken. Ze maakt trouwens niet alleen taarten, maar de heerlijkste zelfgemaakte chocolade, cakese, poori’s, naan, rijst, dahlo, raita en alle goddelijke gerechten die de Indiase keuken rijk is en waar ik de namen constant van blijf vergeten. Ze had een speciaal plekje in haar hart voor Violet, die toen ze ziek was geworden aan het overschot aan eten, drukheid, warmheid een avond pepernoten met haar heeft gebakken terwijl de rest en ik ronddansten op MoodIndigo, het meest waanzinnige concert waar ik ooit ben geweest. Volgens mij vond ze in Violet de verloren dochter (ze heeft alleen zoons) en was ze al huwelijksplannen aan het maken voor haar, die Violet nog net op tijd heeft kunnen ontkomen door naar Canada te vluchten geloof ik.
Omdat dit land totaal disfunctioneert op een hoop gebieden zoals social welfare, veiligheid, werkgelegenheid en de overheid geen enkel vangnet biedt, is de familie de meest fundamentele pijlers van de Indiase cultuur. Grootouders, ouders en kinderen leven samen in, op en naast elkaar in een huis en nieuws reist sneller binnen een familie dan zelfs de meeste roekeloze taxichauffeur in Delhi, waardoor de gehele familie op de hoogte is van ieders doen en laten en ook eist volledig op de hoogte te worden gehouden van iedereens doen en laten. In het algemeen houden Indiers sowieso wel van bemoeien blijkt uit elk klein ruzietje op straat, waar zich binnen de kortste keren tientallen mensen omheen verzamelen. Van Rohan, Sahil en Shiv wordt verwacht dat ze minstens elke dag twee keer bellen om exact verslag te doen van wat ze hebben gegeten tot welke bus ze hebben genomen en met wie ze hebben gepraat. Zelfs nu Violet en ik alleen op stap zijn in Agra hebben we zonder dat we het doorhadden een heel leger van Indiase families om ons heen verzameld die ons onophoudelijk tegenstrijdige adviezen opdringen. Familie 1: Neem de bus naar Agra. Familie 2: Neem de trein naar Agra. Familie 3: Ga helemaal niet naar Agra, het is zo gevaarlijke dat het moment dat je aankomt je direct berooft, verkracht en verminkt wordt en je de rest van je leven als een drugsverlsaafde in de Indiase prostitutie moet doorbrengen. Familie 4: Je kan wel naar Agra gaan, maar alleen in een toerbus vol Japanse toeristen. Vol beleefdheid hebben we alle adviezen in acht genomen en ze vervolgens allemaal in de wind geslagen. Vertouwend op onze Nederlandse nuchterheid en zelfstandigheid besloten we met z’n tween de lokale trein naar Agra te nemen en even vrij te zijn van al het familiegebeuren, hoe leuk en heerlijk dat ook was. Ondertussen houden we alle families op de hoogte door massasmsen als “Hy, here Charlotte and Violet. Safely arrived in Agra. Thank you for all the worries but we are FINE. Really, this is us, not a kidnapper who pretends he is us. We are safe. Yes, we are, because we are two Dutch girls who learned to take care of our selfs, believe it or not. And no, we will not take food from strangers or walk outside in the dark. Merry Christmas, a Happy New Year and good wishes for all the complicated Indian festivals we keep on forgetting the names of. Big Dutch hugs, C&V.” Naja, zoiets in die trend. Want terwijl ik standaard meewarige blikken krijg toegeworpen als ik vertel dat mijn ouders niet getrouwd zijn en ik op mijn achttiende het huis uit ben gegaan (“Wat een hopeloze familie!” zie ik ze denken), dank ik mijn ouders in stilte en nu ook op elektronisch papier voor een van de moeilijkste dingen van het ouderschap, waar ik Luc en Laurentia heel, heel erg dankbaar voor ben, namelijk om mij de vrijheid te geven op te groeien, mijn eigen leven te vormen, beslissingen te nemen en fouten te maken. Ik word me hier trouwens wel meer bewust van mijn waanzinnige geluk. Sowieso dat ik deze fantastische reis mag maken, maar ook dat Nederland zo’n veilig land is en ik mij, in tegenstelling tot de meeste steden van India, ‘s avonds op straat kan begeven zonder direct te worden lastiggevallen, verkracht en vermoord te worden. Veiligheid is een grotere zege dan ik besefte en biedt ook een hoop vrijheid op een bepaalde manier.
Nog steeds moe van het geweldige Indiase feest in Mumbai van Megha, een vriendin van NUS Stage waarbij Violet en ik nog nooit zo waanzinnig hebben gedanst (zelfs niet op gestoorde vakanties in Frankrijk!) en we diep, diep, die ponder de indruk waren van de onuitputtelijke energie, kracht en skills waarmee vooral de jongens de voeten van hun lijf dansten (tip aan Nederlandse mannen die op zoek naar een mooie manier om indruk te maken: ga op Bollywooddans). Vrolijk zongen we de laatste bollywoodhits mee die we onderhand een beetje leren kennen, ondergedompeld als we zijn in India. Na een nacht bij een heel arm huisje bij familie van Megha, die wij niet kenden en zij ons ook niet, maar Megha had dit al besloten en geregeld (inclusief taxi en iemand die ons op kwam halen) voordat Violet en ik Sheila Ki Javani (http://www.youtube.com/watch?v=Miqs3TM2NT0&feature=fvw) konden zeggen, nota bene in een stad honderden kilometers van de hare vandaan. India, the land of all possibilities.
De volgende dag stonden we op om 6 uur ‘s ochtends, toch wel een beetje zenuwachtig over ons eerste deel van de Indiareis zonder onze Indiase vrienden die alles wel ‘even regelen’. Elkaars hand stevig vasthoudend ploegden we dapper door een ontwakend magisch Delhi in de mist die niet meer dan twee meter zicht boodt naar een van de meest smerige treinstations op aarde. De mededeling op het lichtbord dat de trein vier uur was vertraagd was voor ons onderhand een net zo gewoon gegeven als het feit dat onze rechterhanden doordrenkt zijn met zoete geuren van Indiase gerechten omdat je hier - echt geweldig - alles met je handen eet. Dus voegden we ons bij alle Indiers gehuld in vage doeken en dekens in de wachtkamer, waar de toestand van de WC Violet (die toch niet de minste is) dusdanig shockeerde dat ik haar vijf minute zachte klopjes op haar shcouders moest geven voordat ze weer kon praten en mij toen in details verslag deed over een duif die tussen weggeworpen luiers en maandverband zijn ei zat te broaden. India, the land of all possibilities.
Na 3,5 uur wachtkamer ondervonden we experimenteel dat de digitale borden boven de treinen niet zoals in Nederland heilig de waarheid vertellen, maar meer totaal random berichten vertonen over niet bestaande treinen op niet bestaande perrons die op niet bestaande tijden vertrekken. We konden nog net op tijd een trein uitstappen die ons anders 600 km verderop in een duister en onrustig deel van Kashmir zou hebben gedropt, maar doordat we eerst de verkeerde trein waren binnengaan in vol vertrouwen van de digitale borden, hadden we onze trein gemist. Tegelijkertijd warden Violet en ik een beetje stil. De zeven families die ons op de voet via sms en bellen volgden zouden toch niet gelijk krijgen dat deze twee Amsterdamse meisjes zich inderdaad niet kunnen redden in India? Dat ging te ver voor ons en onze trots te boven, dus gingen we over op de methode die we onze drie vrienden zo vaak hebben zien doen: vragen, vragen en vragen. De digitale borden gaven immers of de verkeerde trein, of de verkeerde tijd, of totale onzin aan en er hingen weliswaar ellenlange lijsten uitgeprint wapperend papier maar daar leek zelfs de meest wijze Indier met indrukwekkende baard en dito tulband nog geen wijs uit te kunnen worden. De krakerige megafoon wierp elke vijf seconde scheeuwerige boodschappen het perron op, maar uitsluitend in Hindi. Na 27 verschillende Indiers te hebben benaderd, waarvan degene die in dienst waren van de spoorwegen de meest tegenstrijdige en cryptische antwoorden gaven, gaf een zwakke meerderheid van 60% de doorslag om te vertrouwen dat de trein inderdaad van perron zes zou vertrekken, om 12 uur. De 12 uur klopt niet, maar perron 6 gelukkig wel dus na nog twee uur wachten kwam daar eindelijk de trein aan. In de tussentijd spotte Violet de bioloog vol vervoering ijsvogels tussen de hopen asphalt en vroeg Charlotte de natuurkundige zich af hoe koelies (dragers) in godsnaam zeven grote koffers van een volledige familie op hun hoofd kunnen dragen zonder om te vallen. Sorry Newton, in India, the land of all possibilities, gaan je wetten niet op.
Toen de trein eindelijk aangekomen was, bleek datons kaartje eigenlijk niet meer geldig was voor die trein maar een aardige meneer die bezig was een onvoorstelbare hoeveelheid koffers in de trein te gooien, negeerde ons kaartje, hielp ons vriendelijk naar binnen door alle duwende en dringende chaos en nodigde on suit in zijn ‘coupe’. Dat is niet zo’n afgesloten coupe met vier beddenzoals in Europa, maar een geheel treinstelsel met tenminste 20 bedden, dekens, borden vol kruidige gerechten en fruit, babies, jengelende kleuters, puberende pubers, opa’s en oma’s, koffers vol medicijnen, bekers vol klotsende thee, muziekinstallaties, megafoons, speakers, microfoons, gitaren, trommels en een hele hope nieuwsgierige ogen die Violet en mij vol verwachting aanstaarden. Na het zingen van de bekende Hindiliedjes, die we onderhand aardig onder de knie hadden, het tellen tot 10 en vooral het discussieren over verscheidene gerechten warden we opgenomen als deel van deze familie van Jains (een heel vreedzame levendige vegetarische religie), die met de gehele familie op bedevaartstocht waren naar een zekere tempel in een treinreis van 28 uur. Tijdens de treinreis van 2 uur die 8 uur duurde (tijd is flexibel zoals ik al eerder zei) ontdekten Violet en ik dat de familie nog vijf treinstellen groter was dan we al dachten. Tijdens de overvloedige lunch deden Violet en ik gauw alsof we sliepen omdat we na twee weken bij Indiase families te hebben gebivakeerd zo vol zaten dat we naar niets anders verlangden dan groene thee en biologische rijstwafels. Het is hier gewoon onmogelijk om eten te weigeren. Ik zweer je, ze stoppen het nog met een trechter bij je naar binnen als je blijft protesteren. Maar alla, het was heerlijk, dus ik zal niet klagen. Na de lunch kwam de familie pas echt op gang en werden we in een andere coupe van de trein rondgeleid. Na een eregroet aan de opperopa van de familie barste feest pas echt los. De microfoons en luidsprekers warden aangesloten, trommelaars begonnen te trommelen alsof hun leven ervan afhing en van de oudste oma’s tot de kleinste kleuters tot de meest slungelig pubers, iedereen barstte los in de meest enthousiaste dansen, liedjes en klapritmes. Op het hoogtepunt van de extase schreeuwde een mollige puber: “ Kom, nu gaan we door de hele trein heen en iedereen lastigvallen!” en zeulend met speakers hebben we dansend als gekken door de hele trein heen gebanjerd, niet in het minst geirriteerd door de slakkengang waarmee de trein voortkroop. Integendeel, stiekem hoopte ikdat deze treinreis nog heel lang ging duren en ik genoot van de kinderen die uit de sloppenwijken kwam en buiten door de open ramen van de trein meegenoten van de muziek en lachend en zwaaiend meedansten. Wat een land!
En dit is nog maar zo’n klein deel van het hele verhaal, ik kan nog uren schrijven over hoe Violet en dansend op een Indiaas familiefeest in de Himalay’s het nieuwe jaar zijn ingegaan, hoe we onszelf hebben weten te redden bij de meest traditionele Indiase families waar alle gebruiken complete anders zijn dan onze eigen, hoe we de meest waanzinnige landschappen hebben aangegaapt, hoe mensen ons hebben aangegaapt, hoe we prachtige Indiase jurken hebben gekocht en het kopen daarvan een totale ervaring op zich was, hoe veel ik van dit land ben gaan houden en over de tranen die over mijn gezicht stroomden toen ik het vliegtuig instapte, weg van dit gekke, mooie land van alle mogelijkheden, waar ik onvoorwaardelijk van ben gaan houden. Het allergrappigste is nog dat ik bij deze blog geen enkel woord heb hoeven overdrijven om het zo waanzinnig te laten klinken als het is. India gaat zelfs mijn overdrijvingsvermogen te boven!
Liefs,
Charlotte
P.S. Onderhand veilig in Indonesie met Andrew en Soo! Maar dat komt later…
-
11 Januari 2011 - 11:56
Vera:
Uit!
En te extreem om waar te zijn... (Maar toch geloof ik je/jullie!)
kus, Vera -
11 Januari 2011 - 11:59
Rinke:
OOoooohhhhh Charlotte! Ik kan hier maar een ding op zeggen: WAUW WAUW WAUW WAUW WAUW!! Geweldig om te lezen! Als ik niet wilde dat je snel weer terugkomt zou je nog veel langer avonturen moeten beleven!
Dikke kussen! -
11 Januari 2011 - 21:35
Laurentia En Luc:
Zo, wat een tornado! Wat een absorbtievermogen! En wat een meeslepende weergave van deze wervelwind aan indrukken!
We lezen dit met tranen (ook van het lachen, over de treintaferelen bijvoorbeeld), en blozende konen van opwinding (en trots ook, dank voor het compliment) over de intensiteit waarmee je dit allemaal beleeft. Geweldig, missie geslaagd!
Je bezorgde ons wel een o-ja-beleving met die chaotische spoorwegen, weet je nog als 8-jarige een nacht logerend bij de stationschef van Agra Centraal wachtend op de trein naar Varanasi die we allang gemist hadden?
Lieve spons, volgens ons was dit verhaal nog maar een klein kneepje in jezelf en in India, zien uit naar de rest of the story,
Tot volgend bericht!
-
12 Januari 2011 - 11:21
Nanning:
wauw tranen van geluk van medeleven, dankjewel voor je prachtige manier van uitdrukken en blik in je bijzondere leventje. Mijn vermoedens over india overtroffen, hernieuwde grenzen van mogelijkheden :D meer meer meer ;) -
13 Januari 2011 - 22:03
Ingrid:
Lieve Charlotte, wat heerlijk om te lezen! En een beetje mee te kunnen beleven hoe jij India ervaart. We verheugen ons op je terugkomst en om alles life nog een keer te horen!
Veel liefs, Gerhard, Ingrid, Bruno, Laurenne, Caspar, Damiaan -
23 Januari 2011 - 21:20
Nikki:
Misselijkmakend om te lezen Charlie! Heerlijk om dit te lezen en om te horen dat er nog zoveel te zien is buiten Europa!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley